Vakantie Frankrijk - Spanje - Frankrijk
28 juli – 22 augustus 1991
Zondag 28 juli 1991 Eindhoven, stralend weer, warm
Uitgezwaaid door Helga en Enrico en door Lies, de buurvrouw, die moet alles in de gaten houden. Bij Maarheeze namen we de afslag Budel en Hamont waar er werd getankt. Vanaf Bilzen werd de autoroute naar Luik genomen. Via de N17 reden we door naar Dinant. In Fumay nemen we de D988. Voorbij Revin ligt er een schattige camping aan het “Lac de Vieilles Forges”. Dan nemen we de N51 naar Reims en door op dezelfde weg naar Mazagran. Hier volgen we de D977 naar Chalons. Na 17 km. stopten we op een grote picknick met fritestent en toilet (vies). Via Troyes richting Bourges naar St. Sauveur en St. Amand-en-Puisage. Midden in het dorp vonden we een municipal. Deze was goed genoeg voor een nachtje.
Maandag 29 juli St. Amand-en-Puisage,
stralend weer
Ik was vroeg wakker, om half acht zat ik al in de zon te lezen. Gerard soesde nog even door. Hij lag net weer te slapen toen er een Belg in een camper binnen kwam met veel lawaai.
Bij de intermarché getankt, de benzine is weer een stuk duurder geworden, zoals altijd tijdens de vakantieperiode. In Lignière gestopt voor koffie op het enige terras. Verder door via La Chatre (D940) naar Guéret en even voor Bourganeuf vonden we een mooie picknick, waar we zijn gestopt voor de lunch. Aan het meer van Vassievière lag een mooie camping. In Seihac boven op een heuvel gestopt voor het mooie uitzicht. Deze route kent Gerard nog prima uit zijn hoofd, dus hoefde ik geen kaart te lezen.
In Argentat de camping “Au Soleil d’OC” opgezocht; Eddy en Mary stonden hier met de kinderen en we zouden een paar dagen bij hun doorbrengen. Gezellig hun weer te zien. De camper mocht voor hun tent gezet worden en zo konden we ongestoord barbecuen. We waren laat klaar met eten toen we de tafels regelmatig moesten verzetten omdat het regende. ’s Nachts ging het goed te keer met onweer en regen, toch redelijk geslapen.
Dinsdag 30 juli Argentat, zwaar bewolkt/regen
Regen hadden we dus niet bedoeld. Eddy, Mary en de kinderen zouden naar de barrage gaan maar helaas viel dat dus in het water. Wij zouden een rondje fietsen, die kans kregen we pas rond 15.00 uur. Tegelijkertijd boodschappen gedaan. Weer een barbecuetje aangestoken en we waren net klaar toen Eddy en Mary werden opgehaald door Piet voor een borrel voor de verjaardag van Betty. Zij daar naar toe, wij de boel opgeruimd en Carlijn met Marjon tegen 22.00 uur in bed gestopt. Even later kreeg ik een flinke dut en kroop de bus in. Veel later toen Eddy en Mary weer terug waren, opgestaan en nog wat zitten praten.
’s Nachts kwam er een enorm onweer en regen over ons heen. Gerard stapte de bus uit om plastic zakjes over de zadels van de fietsen te doen.
Woensdag 31 juli Argentat, zwaar bewolkt/regen
Ontbeten en de familie Brekoo gedag gezegd en weer op weg met de bus. Voor Beaulieu was een mooie picknick, koffie gedronken en de tank weer vol gemaakt. Via Bretenoux, St. Ceré en Gramol de D66 en N7 gevolgd. Het was druk met vrachtverkeer dus schoten we niet op. In Cahors vonden we weer een plaatsje voor koffie. In Valence hebben we enige tijd rondgereden omdat we de route die we wilden rijden niet konden vinden door de slechte bewegwijzing. Via St. Clar naar Auch en Mirande waar we diverse picknicks tegen kwamen. In Rebastens diverse kaarten gekocht voor Spanje. In Morlaas nog benzine getankt.
Naar Oloron, de bus geparkeerd en op een heerlijk terras aan de koffie. Dat hadden we wel verdiend na zo’n lange rit. Onderwijl we op het terras zaten kwam er een Belg met bus en caravan de kruising op gereden, zag de VVV en liet alles zo staan; de kruising was totaal geblokkeerd, niemand kon verder. Dat moet kunnen heeft die Belg zeker gedacht.
In Oloron een plaats gevonden op de municipal. Het weer blijft kwakkelen; de regen blijft dreigen. We stonden onder een boom en het bleef ’s nachts druppen. Het koelde ook erg af.
Donderdag 1 augustus Oloron, zwaar bewolkt, later zonnig
Op naar de Col de Somport, we keken uit over een schitterende vallei. In deze vallei wil men een tunnel bouwen. Overal in de Vallée d’Aspe hingen spandoeken tegen de bouw van deze tunnel. We reden door kleine, leuke dorpjes zoals Bedous waar een schitterende camping in een kloof lag. Een mooi gezicht, maar of er zoveel zon kwam? Bij de Franse douane mochten we zo doorrijden.
Halverwege de Spaanse douane sloten we aan in een file. Wegwerkers waren bezig met het asfalteren van beide zijden van de weg??? Na een half uur mochten we als eersten door rijden en toen stonden we stil voor het douanekantoor, want de douanier wilden alle paspoorten controleren.
Daarna via de N240 op weg naar Jaca. Hier waren folkloristische feesten aan de gang. Groepen gingen zingend door de straten terwijl andere lieden op de muziek dansten. Het was er heel druk en ook heel gezellig. Hier hebben we jaren geleden ook op de camping gestaan; koffie gedronken. Nog steeds reden we op de N240. Na 7 km. sloegen we af naar Sangüesa hier waren nog 15e eeuwse huizen te zien. Bijzonder om te bekijken. Ujué heette het volgende oude stadje. Dit middeleeuwse plaatsje lag boven op een berg. Gerard reed meteen het stadje binnen maar kon ternauwernood door de smalle straatjes. Op een binnenpleintje onze bus gestald. Het is bijna helemaal gerenoveerd in de oude stijl. Prachtig om te zien, maar om er te wonen?
Van Ujué weer terug gereden naar Tafalle. Het landschap in Noord Spanje bestaat voornamelijk uit landbouw grond en hier en daar enkele wijngaarden. Zeer uitgestrekt en weids. Geen huis of mens te bekennen en toch wordt de grond bewerkt. Hier en daar rees een berg omhoog het leken wel grote terpen. De meeste dorpen lagen op die hoogte. Het landschap veranderde weinig tot aan Estella; via de N121 naar Pamplona. Onderweg zagen we diverse picknicks met barbecue. De streek veranderde iets; we zagen meer bos.
Punta de la Reina is een fraai klein stadje met een prachtige boogbrug uit de 11e eeuw.
Pamplona een minder aantrekkelijke stad, veel hoogbouw, weinig sfeer. Getankt en doorgereden naar Irurzon, een gehucht waar we doorheen waren voordat we er erg in hadden. In Lecumberrie zochten we camping Aralar. We kregen een aardig plaatsje tussen Spanjaarden.
De Costa Verde is niet zo bekend bij buitenlandse toeristen.
Moeke gebeld, alles goed; Ilse was niet te bereiken.
Vrijdag 2 augustus Lecumberrie, stralend weer
Tegen haf negen opgestaan, gedoucht, ontbeten en afgerekend. De prijs viel erg mee, in het ANWB campingboek stond een dubbele prijs vermeld.
Op weg naar Tolosa reden we door het Sierra Aralar waar we hellingen van 10 en 12% kregen. Hier waren we duidelijk in het land der Basken. Overal stonden 2 namen vermeld op de wegwijzers. Baskisch vonden wij een vreemde taal. We reden via Zestoa naar Zumaia wat een hele leuke badplaats bleek te zijn. Doorgereden tot aan de pier en daar de bus geparkeerd. Even later stond er nog een Nederlands echtpaar en vertelde ons dat zij op de terugweg waren en dat ze vreselijk slecht weer hadden gehad.
Na de koffie en een praatje reden we via de kustweg naar Deba. De kustweg lag hoog boven de zee, was enerzijds heel kaal en anderzijds begroeid met verschillende bomen; zelfs volkstuintjes lagen er.
Ondarrao was een moeilijk dorpje om er doorheen te komen. Een vriendelijke Spanjaard wees ons tenslotte de weg en zo kwamen we in Leheitio terecht, een aardige badplaats. Hier verlieten we de kustweg en reden via Gernichan over de C6313 richting Bilbao en namen daar de snelweg. Na Bilbao moesten we weer van de snelweg af en volgden toen de N634. Voor Santander reden we richting Saron en Vargas over de E70 naar Oviedo. Bij La Vincente namen we de weg naar Comillas. En hier staan we dus nu op Camping Rodero met uitzicht over de baai.
Zaterdag 3 augustus Comillas, stralend weer
De fietsen gepakt, wat benodigdheden voor onderweg en op weg naar Comillas, circa 4 km. Een leuk dorp met veel terrassen en leuke winkeltjes; wel heel toeristisch. Ontdekt waar we campinggas kunnen kopen, maar dat doen we maandag wel. Een strandwandeling gemaakt en in de middag waren we terug bij onze bus. Snel de schaduw in want het was inmiddels al goed heet en wij kregen een verbrand velletje. Laat gegeten en op het terras van de camping lekkere koffie gedronken.
Zondag 4 augustus Comillas, stralend weer
We besloten om met de bus naar Santillana del Mar te rijden. Nog overwogen om de fiets te pakken, maar goed dat we dit niet gedaan hebben want onderweg kwamen we een helling van 9% tegen, die hadden we dus mooi kunnen lopen.
Ook Santillana del Mar is een heel toeristisch plaatsje; staat onder toezicht van monumentenzorg. Alle gebouwen en huizen worden gerestaureerd en in de oude staat terug gebracht. Het stadje heeft veel winkels met producten uit de omgeving. Brood, kaas en wijn gekocht. Een oud gerestaureerd huis bezocht. In de buurt zouden ook nog grotten zijn met mooie wandtekeningen en fossielen. Helaas niet gevonden, ook niet erg veel moeite voor gedaan omdat het veel te druk was. Wel een kaart gekocht met een afbeelding van een Bizon. Deze ontdekkingen in de grotten van Santillana del Mar komen overeen met ontdekkingen in grotten van Chili; het lijkt erop dat er eeuwen geleden hier een groep mensen verwant waren aan de mensen in Chili.
De bus weer opgezocht en terug gereden naar Comillas, een terras gezocht voor een drankje en gefrituurde Calamares, die hier Costa Verde Rabas genoemd worden. Erg lekker.
Later op de camping hebben we genoten van de kaas, brood en wijn die we gekocht hadden.
De wijn, weer typisch Spaans, goed gepeperd. De Franse wijnen liggen ons toch beter. Verder het restant eten opgemaakt zodat we morgen weer nieuw kunnen kopen. Het lijkt slecht weer te worden, maar de voortent is droog ingepakt.
Maandag 5 augustus Comillas, zwaar bewolkt/regen
Op tijd wakker, het duurde wel even voordat we konden afrekenen. Hierna boodschappen in een Spaanse Supermercado gedaan, de winkelmedewerkers zijn niet erg behulpzaam.
We reden over de N634 en buiten het dorp sloten we aan in een file. Grote ergernis voor Gerard, maar uiteindelijk kwamen we bij Unquera waar we de weg konden nemen naar Picos de Europa.
Bij Panes namen we de meest noordelijke route door de Picos. We reden eigenlijk in een grote kloof. Onder ons stroomde de Deva en boven ons staken de kale rotsen omhoog. Via Arenas de Cabrales reden we langs schitterende uitzichten, maar helaas geen mogelijkheid voor het nemen van foto’s en geen kaarten te vinden. Voor Cangas zijn we gestopt en besloten de route te veranderen. Het rijden schoot niet op en als we ook nog Galicia wilden bekijken bleef het voornamelijk bij autorijden. Er zijn weinig tolwegen en de N-wegen slingeren door het landschap.
Via Oviedo reden we in de richting van Léon. Bij Vega de Rey begon de tolweg.
Een ander systeem dan in Frankrijk; hier moesten we tevoren betalen. Het begon met 375 peseta’s.
Redelijk van prijs dachten wij. Deze weg liep door een ander gebergte. Hoge, kale rotsen rezen op langs beide kanten. De eerste tunnel door het gebergte was 245 m., de tweede tunnel 1250 m. en de derde tunnel weer 245 m. De laatste tunnel door Cueto Negro was een lange rit van 4.155 m. Daarna kwam de enige benzinepomp op de Caldas de Luna. Bloedheet was het daar. Getankt, gepauzeerd en iets gedronken. In die kale vlaktes lagen af en toe kleine dorpjes. Weer een tunnel 670 m., voor iedere tunnel staat Luz de Cruz.
Een brug genaamd “Puenta Carlos Fernandez Pasado“, lag over Los barrios de Luna. Daarna nog twee tunnels resp. 250 m. en 1569 m. lang en bij Canales de Magdalena moest weer tol betaald worden, nu 675 peseta’s. Toen reden we de bergen uit, kwamen op de hoogvlakte terecht en het was meteen bloedheet.
In Valencia de Don Juan staan we nu op camping “Pico Verde”. Geen Pico in de omtrek te zien. Men spreekt hier Engels wat net zo goed is als mijn Spaans. Ook hier staan Nederlanders. De tennisbaan was bezet dus het badmintonspel tevoorschijn gehaald. We werden zowat “opgevreten” door hele kleine vliegjes; dat had ons moeten waarschuwen voor de tennisbaan, daar werden we “opgevreten” door muggen. Het koelde ’s nachts niet echt af, dus alle ramen en deuren van de camper opengezet en toen hebben we aardig geslapen. Na het ontbijt kwam een jochie een badminton shutje vragen; hij had wel rackets maar geen shutje en kon hij niet spelen zo liet hij ons weten. “Goede daad” verricht.
Dinsdag 6 augustus Valencia de Don Juan, stralend weer
Redelijk op tijd vertrokken richting Valladolid over een kaarsrechte weg, over de omgeving is nauwelijks iets te vertellen, erg saai. Bomen stonden er zelden, kleine dorpen totaal verlaten, terrasjes niet te vinden. De Spanjaarden blijven binnen met dit hete weer.
Bij Penafiel op een oude brug over de Duéro ontstond een opstopping omdat de ene Spanjaard de andere niet door wilde laten, wat een volk. Ze hebben al een spraakgebrek en zijn bovendien erg driftig. Wederom getankt en in Soria vonden we een groot terras; het vocht was niet aan te dragen, het bleef bloedheet, 35 graden in de schaduw.
De route nog eens doorgenomen en we besloten nu naar Zaragossa te rijden zodat we morgen in de bergen niet zoveel kilometers moesten maken. Het landschap veranderde enigszins. We kregen onderweg “Bella Vistas” te zien. De kleuren-combinaties deden het denk ik. Op een rode ondergrond zagen we veel kleuren groen en geel, soms net goud of zilver. Diverse rotsblokken met grote holen. Tegen 18.00 uur bereikten we Zaragossa. Een grote stad en de camping konden we in eerste instantie niet vinden. Ik werd er helemaal neurotic van en had zo’n dorst. Gerard bleef de weg vragen en tegen 20.00 uur kwamen we op de camping “Casablanca” terecht.
We hadden deze stad nog wel even willen bezichtigen maar met 43 graden hadden we de puf niet meer om erop uit te gaan; trouwens we hadden al veel gezien van de stad tijdens al die rondjes die we gereden hebben. Moeder van Gool gebeld voor hun 55-jarige trouwdag. Ook Moeke nog gebeld; trek je beurs maar open. Het koelde niet af
’s nachts; alles weer open gezet zodat we in ieder geval een beetje wind door de camper voelde gaan. Laat naar bed en veel gedronken.
Woensdag 7 augustus Zaragossa, bewolkt/warm
De stad uit vanmorgen ging niet vanzelf. We reden dus weer fout. Een goed begin, maar de tweede keer lukte het wel. We blijven op de hoogvlakte. De temperatuur van 24 graden is nu goed te hebben, maar zou weer oplopen tot 40 graden. Even buiten Zaragossa lag een schitterende villawijk, wel omheind en met bewaking!! Zou hier zoveel gestolen worden?
Halverwege richting Huesca moesten we stoppen van de Guardia Civil Trafico i.v.m. een speciaal transport. Een betonnen onderdeel voor brug of weg werd na 5 minuten langzaam voorbij gereden. Ondertussen getankt. In de stad Grans stond een enorme grindfabriek aan de Rio Cinco; daar lag nog wel voor 10 jaar grind. Na de afslag Olveio veranderde de natuur in de Spaanse Pyreneeën. We reden weer door veel tunnels en via Benoborre reden we langs een stuwmeer op 823 m. hoogte. De kale rotsen lagen als waaiers boven dit meer, een geweldig mooi gezicht.
Op Punta de Surto, ofwel Pont de Suert in het Catalaans, zochten we op de camping een plek. Het eigenlijke dorp lag 5 km. verderop. De boel geïnstalleerd , de fiets gepakt en naar het dorp gereden. Eerst een terras op gezocht (wat zouden wij moeten zonder terras !!), het was heet en we waren aan een verfrissing toe. Toen we weer terug wilden fietsen kwam er een Spaanse heer op ons af en vroeg of wij in de Pyreneeën aan het fietsen waren. Wij in ons allerbeste Spaans vertellen dat we alleen van de camping naar het dorp waren gefietst. Het was hem duidelijk en moest er om lachen. Boodschappen gedaan en na terugkomst op de camping kregen we een onweersbui over ons heen. Nadien konden we weer heerlijk buiten zitten. We kregen gezelschap van twee motormuizen; zij hadden zin in een praatje en een koud pilsje. In onze bus staat een koelkastje en dat hadden die twee al snel in de gaten. Het was goei, lomp volk zouden wij Brabanders zeggen, die luitjes uit Waddinxveen.
Donderdag 8 augustus Pont de Suert, zonnig veel wind
Salimos, puedo pagar?
Zo gezegd, zo gedaan. De buurtjes gedag gezegd en op weg naar de Franse grens. Vanaf Bono reden we op 1100 m. hoogte en onder ons lag de Rio Garonne. De bedding van deze rivier was begroeid met bomen en struiken, geen water te zien. Een tunnel van 451m. kondigde weer een aantal tunnels aan. Deze tunnels waren heel fraai van binnen, door het uithakken zonder verdere afwerking zijn er mooie gewelfde kanten ontstaan.
We reden verder door de vallei van Aràn waarin een groot stuwmeer lag. Op 1500m. zagen we een aantal groepjes, waarschijnlijk kampeerders, die aan een survivaltocht bezig waren, tenminste zo zag dit eruit. Bij Vielha moesten we weer door een tunnel, nu eentje van ruim 5 km. lang en kwamen daarna in regen en mist terecht. We wisselden onze korte broeken en t-shirts om voor truien, sokken en lange broek. Getankt en toen sloten we aan in een file vanwege wegwerkzaamheden.
De douaneposten van de Spanjaarden en Fransen lagen naast elkaar en bij beiden moesten we stoppen. We bleven de Garonne volgen. Via de de N125 en de D 618 kwamen we in Fransca. Dit stadje was bekend vanwege de thermische baden, voor ons zeer welkom op dit moment. Door heel het dorp stonden paaltjes in de middenberm zodat het onmogelijk was om auto’s te passeren. In de omgeving van St. Gaudens werd het landschap vlakker. We reden verder over de N127. In Montsannes een koffiestop gemaakt en boodschappen gedaan. Over de Col de Bouchi kwamen we in de zeer toeristische plaats Foix terecht met een prachtig kasteel: “Chateau de Foix”. De bus geparkeerd en het stadje bekeken. Daarna lag Carcasonne op de route, deze stad hebben we een aantal jaren geleden uitgebreid bekeken, dus geloofden we het wel.
De route ging verder en bij Lezignan de Corbières zochten we een plek op camping “La Pinède”. Het plaatsje voor een nacht is niet geweldig, maar we doen het ermee. Contant betalen, geen rekening, alleen een stempel voor de tennisbaan. Tenissen konden we vergeten het waaide loeihard. Buiten zitten kon ook niet dus samen knus in de bus. Ook deze keer ’s nachts het dak dicht gedaan. Veel geregend vannacht, wel goed geslapen.
Vrijdag 9 augustus Lezignan de Corbières, zwaar bewolkt
Ontbeten, geld gehaald en diverse kaarten gepost. Vanaf Narbonne zouden we de snelweg nemen, helaas zag ik deze afslag te laat en reden we door naar Béziers. Hier de snelweg op en reden door een mooie wijnstreek. Koffie gedronken en we ontdekten dat er op de Route Nationale weinig verkeer was; fout gegokt dus want de snelweg was berendruk.
43 Francs tol betaald en we reden door naar Montpellier waar we konden stoppen op een grote Air; hier zou men
’s nachts kunnen blijven staan. Douches en toiletten aanwezig, maar dat moet ik ook durven, je hoort zoveel rare dingen over het overnachten op een Air langs de tolweg. Voorbij Bollène ligt een enorme kerncentrale, naast de “Vignobles” van Chateau Tricastin. Deze wijn kan men beter niet drinken is mijn idee. Het regent weer, we namen de afslag naar Privas; ook hier weer tol betalen (89 francs).
Een grote camping gevonden aan de rand van de stad. Ruime plaatsen. Het is de bedoeling dat we hier een aantal dagen blijven staan. De wind is nog fris en de zon laat zich amper zien, afwachten! Gerard heeft inmiddels de voortent opgezet en ik heb een wasje gedaan. Daarna op de fiets naar het centrum van Privas, dat was nog een hele klim.
Een krantje gekocht, terrasje gezocht en genoten van het uizicht vanaf het terras. Via de supermarché reden we bergafwaarts terug, dit ging lekker snel. De barbecue aangestoken, heerlijk zitten knoeien. Nadien kwam een Franse dame vragen of zij bij ons water kon koken omdat haar gas op was. Dat kon natuurlijk, even met elkaar gesproken over het weer, de omgeving en waar we vandaan kwamen. Dat ging eigenlijk heel goed.
Zaterdag 10 augustus Privas, heet
Geluierd, gefietst, getennist, gelezen; dat was alles vandaag.
Zondag 11 augustus Privas, heet
Lichtelijk motorisch gestoord was ik vandaag door de maandelijkse perikelen en we hebben dus niets ondernomen. In de zon, uit de zon, wat schrijven, lezen en zo verliep de dag. Regelmatig komen er Duitse jochies door onze voortent lopen, lol!! ’s Avonds de voortent dicht moeten doen omdat er een invasie donderbeestjes op ons af kwam. Onweer op komst?
Maandag 11 augustus Privas, bewolkt warm weer
Na het ontbijt besloten we om naar Aubenas te rijden via de Col de l’Estinate. Hier vandaan hadden we een schitterend uitzicht over Aubenas. Een bijzondere leuke stad met veel winkels en restaurantjes en terrassen natuurlijk. Voor de lunch hebben we de crèperie van Janette opgezocht; Gerard nam eem crèpe Grand Marnier en daarna een coupe fraise. Voor mij een salade Ardèchoise en koffie. We zaten heerlijk buiten en moesten opeens naar binnen rennen vanwege een onweersbuitje. Na tien minuten scheen de zon weer en konden we vrolijk verder buiten eten.
Nadien diverse kaarten gekocht en een praatje gemaakt met de winkelbaas; Aubenas is een zusterstad van Delft. Hij had ook een Nederlandse video over de Ardèche die hij graag aan ons wilde verkopen; helaas hebben wij geen videorecorder dus was het praatje nadien snel over.
Ook de Municipal van Aubenas bekeken, deze camping ligt behoorlijk ver van de stad en heeft kleinere plaatsen, dus blijven we gewoon in Privas staan. Boodschappen gedaan en terug naar de camping. Net op tijd alles weer aangeritst, nu komt de onweersbui hierover. Wel fijn, koelt het tenminste iets af. Tegen 19.00 uur toen we de tennisbaan besproken hadden, kwam er weer een bui aanzetten, maar die ging net aan ons voorbij. Heerlijk getennist, maar het bleef benauwd.
Dinsdag 13 augustus Privas, heet
Gerard is op de fiets brood gaan halen en heeft ook een krantje mee gebracht. Na het ontbijt een fietstocht uitgezet. Eigenlijk was het te heet en konden we beter een middagdutje doen. Terwijl ik sliep hebben Gerard en de buurman een meisje geholpen met het opzetten van haar tentje. Er klopte niet veel van het materiaal, maar het tentje stond uiteindelijk. Van de fietstocht werd dus afgezien. In plaats daarvan zijn we naar Privas gefietst en dat kostte veel moeite en zweet. Natuurlijk op een terras beland en het vocht weer aangevuld. ’s Avonds nog getennist, ook naar huis gebeld. Helga was bereikbaar en Ilse niet. Moeke hebben we ook nog op de hoogte gebracht.
Woensdag 14 augustus Privas, heet
We werden pas tegen 10.00 uur wakker. Niet veel ondernomen het was te heet. ’s Middags geld gehaald en boodschappen gedaan, voor de rest geluierd. De kennismakingsavond op de camping stelde niet veel voor, we hebben ons laten zien en een praatje gemaakt. Ilse gebeld, het ging goed met haar baan. Slapen konden we niet.
Donderdag 15 augustus Privas, heet
De zon staat weer hoog aan de hemel en we zoeken alleen de schaduw op. Vroeg in de avond de camping afgerekend en ook nog een tennisbaan gehuurd. De camping is goedkoop als je naar de voorzieningen kijkt. Na het tennissen ben ik gevallen, het lijkt alsof ik mijn rechter arm heb verstuikt. Arnica erop gesmeerd en kijken of dit gaat helpen. Gerard heeft in ieder geval de afwasbeurt vanavond, dat komt dan goed uit.
Vrijdag 16 augustus Privas, nog steeds heet
Niet goed geslapen vannacht; ik wist niet goed hoe te gaan liggen, mijn lijf deed overal pijn. Na het ontbijt afgerekend en snel enkele boodschappen gedaan. Via de D86 naar Valence, hierna de N532 genomen. Het belooft overigens weer een hete dag te worden. Om 10.00 uur was het al 28 graden. In een tentje langs de weg naar Romans koffie gedronken en passant nog een fles Clarette de Die meegenomen; goed voor een avondje samen thuis.
Mijn arm bleef zeer doen en heb de fototas van Gerard als steun gebruikt. Via de D538 richting Beau Repaire en Vienne. Hier was het even puzzelen om de goede weg te vinden. Richting Grenoble aanhouden, dan naar Pont l’Eveque en Sèpteme. In Chemieux midden op het dorpspleintje gestopt, koffie gedronken en meloen gegeten.
Echt trek hadden we niet, te heet om warm te eten. Via de D20 naar Cremieux dan door naar Meximieux. Dorpjes allen eindigend op ieux. In Bourg-en-Bresse maar weer eens getankt. De prijs was hier redelijk. Via de D972 naar Montrevel en Cursery dan de N6 naar Chalon sur Saone en een plek op de camping in Chagny gereserveerd, wel afgebakende plaatsen daar houden we niet zo van.
Geen uitzicht, maar voor een paar dagen is het wel goed.
Zaterdag 17 augustus Chagny, zonnig warm
Chagny is een grote industriestad te midden van wijngaarden (witte en rode Bourgogne) gelegen langs de Dheune en het Canal du Centre. In Chagny staat een kerk met een Romaans kerkschip uit de 12e eeuw. Eerst de VVV opgezocht voor een folder van alle bezienswaardigheden uit de omgeving. De dame hier sprak zeer duidelijk Frans. Koffie gedronken en terug naar de camping om een route uit te zetten en geld mee te nemen, heb je wel nodig als we gaan fietsen, juist ja voor al die terrassen..
Het Château de Rully ligt in het gelijknamige plaatsje ten zuiden van Beaune. We waren hier in het hart van het Bourgondische wijngebied en werden door de eigenaren van het wijndomein ontvangen. In de vestingtoren die uit de 12e eeuw stamt, bevindt zich een enorm keukengewelf met een monumentale schoorsteen. Het kasteel is ingericht met meubels uit de 16e tot de 19e eeuw. Er ligt prachtig oud parket en een mooie vloer met Italiaans mozaïek. Op het dak van het kasteel liggen de geglazuurde dakpannen die karakteristiek zijn voor de Bourgogne.
De bewoners van nu zijn nazaten van de vroegere familie.
Ook is er in Rully een oude bibliotheek over de Bourgogne, maar deze was dicht. Tussen de wijngaarden; (appellation Rully, Cremant de Bourgogne) fietsten we naar het volgende dorpje.
Dat viel tegen want de weg had een behoorlijk stijgingspercentage, dus lopen geblazen en dat viel zelfs niet mee. Ik moest meteen aan de Pyreneeën denken, na iedere bocht komt een volgende bocht, dus het duurde even voor we op de top waren. Maar toen ging het ook weer in een sneltreinvaartje naar beneden, we moesten wel af en toe remmen anders gingen we te hard.
In Bouzeron weer een terras gezocht, dat was niet moeilijk, men had daar maar één terras. De Calvarieberg wordt hier gezien als teken van welkom. Boodschappen gedaan in de middag en ’s avonds gaan eten. Gerard had gekozen voor een salade aux Noix, voor mij een salade imperiale. Daarna beiden Coque au Vin en als toetje een Fromage Blanc voor Gerard en voor mij een klein vanille ijsje. Een beetje zitten natafelen en daarna het bed weer in.
Zondag 18 augustus Chagny, eerst bewolkt, later zonnig
Om tien uur liepen we al op de wekelijkse markt. Honing gekocht en daarbij kregen we een klein potje honing uit de bergen om te proeven. Deze honing smaakt erg sterk. Koffie gedronken en een dikke Telegraaf gekocht, dan hadden we voorlopig genoeg te lezen.
’s Middags zijn we naar Beaune gereden. Alles dicht op één winkel na, dat was een tegenvaller. Via Noley weer terug naar de camping, saaie rit.
Maandag 19 augustus Chagny, stralend weer
We fietsten naar Remigny, in dit stadje waren we zo en ik wilde eigenlijk meteen aan de
koffie, maar dat hadden we nog niet verdiend vond Gerard. |