Gezinsvakanties menu menu menu
header links header rechts

 

 Frankrijk Bretagne - Loire
24 mei – 3 juni 1990

Donderdag 24 mei 1990 Eindhoven, stralend weer
Om goed half negen werden we uitgezwaaid door Ilse, Paul en Helga.
We reden een bekende route via Antwerpen naar Gent. Daar dronken we koffie, die koffie daar was niet best. Verder over de snelweg naar Lille en daarna de route national opgezocht. Het was druk onderweg.
We wilden vandaag zo veel mogelijk vooruit komen zodat we het morgen wat rustiger aan konden doen.
De verdere route was: Lens, Arras, Amiens, Beauvais, Chaumont-en-Vexin, Magny-en-Vexin, Mantes-la-Jolie, Houdan, Dreux en Verneuil-sur-Avre.

Bij de laatste stopplaats stond een grote spiksplinter  nieuwe  camper met stukken. Hij lekte remolie en daarvoor moesten ze wachten op de wegenwacht. Wel heel sneu.
Tegen 18.00 uur kwamen we aan op de camping bij Verneuil-sur-Avre. Hier hebben we voor het eerst gespeeld met de “Jeu de Boule”-ballen, deze had ik van de KNO-heren gekregen voor mijn 12,5 jaar trouwe dienst. Er was natuurlijk een “Jeu de Boule”-baan op de camping en de Gardien kwam even kijken toen wij bezig waren en wilde de regels wel uitleggen.
Nog even staan praten met de man en volgens Franse gewoonte laat gegeten. Ik zit nu wel met mijn linker voet omhoog, die lijkt wel verstuikt; dik en opgezet en is pijnlijk; waar dit ineens vandaan komt begrijp ik niet; het is wel goed lastig.

DinanVrijdag 25 mei Verneuil sur Avre, bewolkt met harde wind
De weg langs de camping was goed hoorbaar
’s morgens. Lekkere warme douches waren er wel; na het ontbijt reden we naar Alençon. We reden door een schitterend landschap, afwisselend bossen, weilanden, fruitbomen, haarspeldbochten of gewone rechte wegen, echt een mooi stukje Normandië.

Het weer werd steeds beter. Vlak voor Mayenne hebben we bij een supermarkt benzine getankt
f.frs 5,05 de liter ontzettend goedkoop. De varkens lopen hier los op de weilanden en hebben golfplaten daken als schuilplaats. Bijzonder gezicht. Via Domfront naar St. Hilarie waar we heerlijke koffie hebben gedronken en ontdekte dat we toch weer een andere route rijden als die we uitgezet hebben. Heb ik ergens anders naar gekeken
bij een bepaalde afslag, maakt eigenlijk ook niet uit.

In Dol de Bretagne vonden we naast het lycé een picknick; hier hebben we weer onze magen gevuld. Door naar Dinan waar we met moeite een parkeerplaats konden vinden. Uiteindelijk voor een uur betaald en het centrum ingelopen. De klokkentoren was de moeite waard om te bekijken en de wandeling langs de vestingmuur was prachtig. Koffie gedronken en boodschappen gedaan.
St. Malo was de volgende plaats, daar was het net kermis. Wij wilden de ommuurde stad bekijken en dat konden we dus vergeten met al die drukte.

We besloten verder te rijden langs de kust. Er stond een forse wind en over de smalle wegen, met overigens prachtige vergezichten, was die goed voelbaar.
De camping “Le Greve d’en Bas” van Cap Fréhel waar we nu staan ligt dicht bij Plévenon. Er valt weinig te beleven. We hebben langs de kust gewandeld en een aantal cachou’s meegenomen voor thuis in de tuin. Mijn enkels zijn nog steeds gezwollen, er zit veel vocht in dus maar weer met de beentjes omhoog.

Bonaparte Plage


Zaterdag 26 mei Cap Fréhel, fris, bewolkt weer
Vannacht heeft Gerard het dak van de camper naar beneden gehaald. Er stond een harde wind en met het dak naar beneden konden we iets rustiger slapen.

Na het ontbijt gingen we op weg en volgen de kustweg naar Sable-d’Or-les-Pins een verschrikkelijk leuk dorpje waar ik nog wel eens een weekje zou willen doorbrengen. Vlakbij Pléneuf-Val-André boodschappen gedaan en getankt zodat we vandaag niets meer nodig hadden. We reden hoog boven langs St. Brieux een behoorlijk grote stad; terrasvormig gebouwd. Daarna reden we de Boulevard van Binic op waar we een mooi uitzicht hadden op de haven en de bootjes droog lagen i.v.m. laag water. Een terras was snel gevonden. Bonaparte Plage zou de volgende weg zijn maar we namen de weg naar boven vanwaar we een fraai uitzicht hadden op het strand; hier stond nog een oorlogsmonument voor de Engelsen.

Verder gereden naar Paimpol oftewel Pempol in het Bretons. Dit doet een beetje Engels aan. Vandaar naar Pointe de l’Arcouest. Ook hier dezelfde kermis als bij alle bijzondere bezienswaardigheden. We konden vanuit hier de boot nemen naar Ile de Bréhat ongeveer 10 minuten varen en beroemd om de tropische plantengroei en de roze rotsen. We hebben dat vanaf een terras bekeken. Later de camping van Paimpol opgezocht. Vlakbij deze camping is in ieder geval een bakker; nu de barbecue opgezet en een lekker stuk vlees gebraden. Nadien naar het strand gelopen omdat het nu hoog water zou zijn en alle bootjes die voorheen op het droge lagen dobberden nu vrolijk rond. Afgelopen middag konden we nog naar diverse eilandjes lopen en nu moesten we zwemmen.

Zondag 27 mei Paimpol, stralend weer
Wakker geworden op de camping municipal de la Cruchin, samen brood gehaald, lekker vers Frans stokbrood voor het ontbijt. Het landschap was vandaag heel verrassend. Tussen Paimpol, Tréguir en Lannion zagen we veel “Hans en Grietje”-huizen.

CamaretIn Plestin-les-Grèves op de Boulevard gestopt voor koffie. Via Morlaix, Brest, Le Faou naar Camaret-sur-Mer. Hier vonden we camping Lambézen. Camaret-sur-Mer ligt op een schiereiland dat deel uitmaakt van het “Parc Naturel Regional d’Amorique”. Vanaf de camping, die vrij hoog lag, keken we uit over de baai. Een mooi plaatsje opgezocht, maar helaas stond naast ons een Duitse familie die hun Mercedes op die plek hadden staan als ze op de camping waren. “Dass ist unsere platz”; zei een oude Duitse heer, die had de oorlog 40-45 nog meegemaakt, gezien zijn geamputeerde rechteronderbeen. Via de campingbaas, die stiekem lachte, en wat geharrewar met deze Duitse heer bleven we uiteindelijk gewoon staan.

 

Maandag 28 mei  Camaret-sur-Mer, stralend weer
Vanochtend stond ik als eerste onder de douche, dat gebeurt niet zo vaak. Gerard is mij meestal voor. Afgerekend en vertrokken richting Pointe de Penhir. We reden langs de “Alignements de Lagatjar” (Lagatjor in Bretons) waar 143 Menhirs in 3 rijen staan opgesteld, waarschijnlijk volgens astrologische volgorde. Pointe de Penhir, een hoge rotsachtige punt biedt een prachtig uitzicht op de Atlantische Oceaan. Kort voor Pointe de Penhir staat op een plateau een groot monument voor de Bretonse mensen die in de oorlog gevallen zijn.

Kerlaz kerkjeIn Crozon boodschappen gedaan en getankt. Terug gereden naar Camaret-sur-Mer en doorgereden naar Pointe des Espagnols. We hadden hier een goed uitzicht over de “Rade de Brest”. Van uitzichtpunt Ménez-Hom, dat op een heuvel lag, hadden we een bijzonder uitzicht over deze regio. Helaas was het enigszins heiig zodat we niet zo ver konden kijken. Tussen Locronan en Douarnenez kwamen we in het gehucht Kerlaz een typisch Bretons kerkje met ommuurde begraafplaats tegen. Uitgestapt en dit bijzondere kerkje met begraafplaats bekeken.

Koffie gedronken en doorgereden naar beneden naar Pont l’Abbé. In dit stadje liepen nog veel mensen, vooral de ouderen, in klederdracht. De dames droegen een muts van circa 30 cm. hoog. Deze “Bigouden” kon men in het plaatselijk museum ook bewonderen.

Hierna belandden we in Concarneau; een havenstad aan de Baie de la Forêt met een mooi strand en een door wallen omgeven oud centrum “La Ville Close” genaamd.

crepe

 

 

 

 


Bijzonder om te bekijken, maar verschrikkelijk toeristisch; een 'crêpe au miel' verorberd en daarna op zoek naar een camping. Meteen afrekenen zonder bonnetje. Veel tenten aanwezig van Europcamp dus ook veel Engelse lieden.

 


Dinsdag 29 mei
Concarneau, les Prés Verts, bewolkt/temperatuur goed
Geen bakker, dus yoghurt met aardbeien als ontbijt, laat weg gereden. Via Quimperlé en Plouay kwamen we rond het middaguur aan in Le Faouet. Daar stond weer een prachtig kerkje “Saint Fiacre” genaamd. We hadden geluk dat er nog Duitse toeristen binnen waren zodat wij ook nog mochten kijken. Om 12.00 uur was het middagpauze en de oude baas die kaartjes verkocht stond voortdurend op zijn horloge te wijzen. Dit kerkje dateert uit de 1480 en het koor is in de 16e eeuw gebouwd. De klokkentoren met 2 achthoekige spitse torentjes is een mooi voorbeeld van Bretonse architectuur.
Ook het doksaal draagt het kenmerk van deze stijl. Dit doksaal is een van de mooiste houtsnijwerken in Bretagne. Aan de voorkant voorstellingen van Adam en Eva, de maagd Maria met St. Jan en de maagd Maria met de Aartsengel Gabriël. Aan de zijden van het koor staan de hoofdzonden  afgebeeld; trots, gierigheid, onkuisheid, nijd, gulzigheid, gramschap en luiheid. De houtsnijwerker heette Ollivier Le Loergan.
In het dorpje zelf stonden de huisjes gegroepeerd rond een plein met een 16e eeuwse Markthal met een houten dakstoel.

Ook in Kernazcléden stond een Bretons kerkje uit 1453 met fresco’s die jammer genoeg veel kleur verloren hadden. Door naar Pontivy waarvan het oude gedeelte werd gesticht door een later heilig verklaarde geestelijke Luy. Het nieuwe gedeelte werd ontworpen door Bonaparte, vandaar de naam Napoléonville. Beide stadsdelen bekeken en koffie gedronken bij een chagrijnig mens.

Penthieve campingVerder door naar het schiereiland Quiberon, het landschap viel ons enigszins tegen, vlak met weinig afwisseling. We vonden een enorme camping “Penthièvre”. In de zomer leven hier duizenden gasten, nu was het er erg stil, te stil…………………

Tijdens het zoeken naar een leuke plaats zette Gerard de motor af en toen we een plek naar onze zin hadden gevonden startte de bus weer niet. Gelukkig was er een heuveltje in de buurt, de bus er op geduwd en daarna reed de bus weer als vanouds. ‘s Avonds naar het toilet moest de paraplu mee, het goot. Ik voelde me hier niet erg prettig, een enkele vakantieganger, geen campingpersoneel. Hooguit een uur per dag.

 


Woensdag 30 mei 
Penthièvre, stralend weer
Half negen opgestaan, geen warm water voor de douche, die waren nog niet aangesloten. Snel naar de bakker om buiten te kunnen ontbijten. We hebben geluierd vandaag, een strandwandeling gemaakt en schelpen gezocht. In de middag besloten we naar Carnac te rijden om de Alignements oftewel de Menhirs te gaan bekijken. Zo’n 300 Menhirs vormden hier een Open Luchtmuseum.
Er doen diverse verhalen de ronde over deze Menhirs; een van de vreemdste vind ik wel dat ze misschien een agrarische kalender vormen. Via de Menhirs van Kerlescan kwamen we bij het Château en de Tumulus de Kercado. Deze grafkelder kon men bezichtigen, hebben we niet gedaan. De dolmen wilden we nog wel zien maar dat bleek gewoon een hunebed te zijn. Tegen half zes teruggereden om alvast af te rekenen met de campingbaas en daarna een ritje gemaakt over het schiereiland. Onderweg Helga gebeld, zij heeft met vier anderen een vakantie besproken in Spanje. Heel fijn. In Port Maria Quiberon een restaurantje gezocht. Gerard heeft oesters gegeten en ik een verrukkelijke vissoep. Terug naar de camping waar het nog steeds ontzettend rustig was.

notaDonderdag 31 mei  Penthièvre, stralend weer
We zouden vandaag rijden naar de noordkant van de Loire, een beetje richting huis en onderweg een paar van de bekende kastelen bezoeken. Tussen Vannes en Redon dronken we koffie en de lunch gebruikten we in Ancenis aan de Loire. Bij Angers werd ook gestopt en nadien weigerde de startmotor weer eens. Gerard kroop onder de bus en tikte met een hamer tegen de startmotor en ik moest dan meteen de bus starten en dat ging goed!!
Verder gereden langs de Loire en bij binnenkomst van Montsoreau vonden we meteen een camping. Ideaal, vlak bij het dorp. Er lag zelfs een tennisbaan langs de camping en daar hebben we ons een uurtje op uitgesloofd. Hier stonden weer veel Engelsen en de bazin van de camping was erg verbaasd dat iedereen Frans sprak. Nog even naar Cor en naar huis gebeld, alles rustig op het thuisfront.

Vrijdag 1 juni   Montsoreau, stralend weer
Vroeg op, geld gehaald en op weg naar de kastelen. In Chinon staat een grote kerncentrale en daar moesten we omheen om bij het Château d’Ussé te komen. We waren net op tijd voor een rondleiding met gids. De gids was ontzettend enthousiast en iedere buitenlander kreeg een stencil in zijn of haar taal. Dat was erg fijn; het Frans is op zich redelijk goed te volgen, maar gaat soms iets te snel. De entree was f.frs 30,-- grotendeels voor het onderhoud. Een gedeelte werd nog bewoond door een Markies.
Het kasteel van Ussé is een erg oud fort (1485), Van 1807 tot 1813 woonde hier gravin Duras, een vriendin van Châteaubriand. Het sprookje van de schone slaapster zou ontleend zijn aan dit kasteel. In de 1e zaal zagen we kleine ivoor schilderingen; deze zijn geschilderd onder een loep met een haar. De firma die de kamer van Lodewijk IV heeft ingericht bestaat nog. Het was in die tijd een verplichting dat er een Koninklijke kamer aanwezig moest zijn voor het geval dat de koning kwam logeren. Helaas heeft er nooit een koning in dit kasteel gelogeerd. We zagen ook nog oude postillonlaarzen à 2 kg. per laars en een Spaanse reiscommode die niet te tillen was.

Chateau de Chenonceau


Le Château Azay le Rideau
was gesloten. Het verhaal gaat dat hier vroeger vele onderaardse gangen waren en die nu gebruikt worden voor wijnopslag.

De weg vervolgd onder Tours door en in Chenonceaux hebben we Le Château Chenonceau uitgebreid bekeken. We kregen een Nederlands stencil en de route werd met pijltjes aangegeven. Dit kasteel is op de bogen over de Cher gebouwd en is een fraai voorbeeld van Franse Renaissancekunst. Het kasteel is in 1513 door Thomas Bohier, schatkistbewaarder van Koning Francois 1e, gebouwd. De 60 meter lange galerij overbrugt de rivier de Cher. Toen Thomas stierf zag zijn zoon zich genoodzaakt het kasteel af te staan aan de troon ter vereffening van zijn vaders schulden. Het kasteel werd destijds geschonken aan Diana de Poitiers door koning Henri II. Diana was zijn geliefde. Na de dood van de koning eiste zijn vrouw, Catharina de Medici, het kasteel terug. Diana kreeg in ruil daarvoor het Kasteel Chaumont-sur-Loire. Dit werd gebouwd in opdracht van Catharina de Medici.

Het Kasteel van Chaumont-sur-Loire werd gebouwd in de 16e eeuw. Alleen de buitenkant bekeken. We waren te laat, het kasteel werd om 18.00 uur gesloten, jammer. Wel het prachtige uitzicht nog bewonderd over de Loire.
Een uurtje later zagen we een camping in Blois. Het was zwoel weer en onweer dreigde; we waren net klaar met eten toen de bui los barstte. Nadat dit gedonder over was konden we nog heerlijk buiten zitten. Een Engelse dame (geboren Duitse) kwam naar onze camper kijken, ze was helemaal gek van omgebouwde volkswagens en vroeg of Gerard dit zelf gedaan had. Zij en haar John woonde in Southampton en waren nu onderweg naar de Provence. Ze was vreselijk nieuwsgierig en bleef maar vragen. Uiteindelijk vertrok ze weer met haar John.

Zaterdag 2 juni  Blois, zonnig fris weer
Geen bakker in de buurt dus maar weer aan de yoghurt met aardbeien. Onderweg konden we altijd een broodje halen. In het fort d’Orléans vonden we een picknick en daar hebben we ons te goed gedaan aan lekker vers stokbrood.
We hebben er nog even over gedacht om via Parijs naar huis te rijden, toch maar niet. Een aardige camping vonden we in Hirson, tegen de Belgische grens. Het weer werd steeds slechter dus de warmte van de bus was welkom.

nota HirsonZondag 3 juni Hirson, regen
De laatste nacht in de bus goed geslapen. Afgerekend en richting België vertrokken, daar waren we zo. Gerard wilde nu eindelijk wel eens over het hoge viaduct bij Dinant rijden. Het weer was slecht, veel wind en regen, boven op dit viaduct waren we een windvanger, dat voelden we goed.

Eind van de middag waren we thuis. Fijne vakantie gehad, veel gezien en hiervan genoten.

 

Irene

 


 

Deze voorjaarsvakantie gaat weer naar Frankrijk. We hebben twee regio's gekozen die we willen bezoeken.

We beginnen in Bretagne. Daar willen we natuurlijk de bijzonder gevormde kust bekijken, maar ook de typische Bretonse dorpjes met hun heel eigen stijl van bouwen in een karakteristiek landschap.

Als bezienswaardigheid uiteraard de merkwaardige rijen Menhirs bij Carnac. Mij is niet duidelijk geworden wat daar nu de achtergrond van was.

Onze weg terug ging langs de Loire, die bekend is om de vele kastelen die langs deze rivier zijn gebouwd. We hebben er enkele uitvoering bezocht en sommige summier.

We hebben ervan afgezien om ook nog langs Parijs te gaan.

    g.vangool@upcmail.nl